Even straight to the point, mijn naam is Ferdi (26) en zaterdag 11 februari 2012 was dé dag dat ik besloot om een einde te maken aan de lijdensweg die ik tot dat moment al had afgelegd. Niet zomaar hoor, heel gepland en heel goed afgewogen. Geduldig wachtte ik af tot deze dag viel.
De hel tijdens mijn puberteit
Ik wil jullie graag even kennis laten maken met de voorafgaande jaren. Er gingen al heel wat jaren onbegrip, agressie, wanhoop en de nood om ergens bij te horen vooraf. Ik worstelde me door de lagere school waar dat ik al enorm hard gepest werd aangezien ik volgens anderen altijd “te gevoelig” reageerde. Ik zat op een jongensschool en ik vond voetballen en al die sportieve dingen niet leuk om te doen. Ik was eerder rustig en teruggetrokken. Ik kon hard genieten van de tijd die ik alleen kreeg, enkel was het onderwijs hier niet klaar voor en moest ik maar zoals al de rest mee doen. Dit koste me super veel energie en maakte me heel onzeker. De andere kinderen op mijn school voelden dit ook waardoor ik een gemakkelijk doelwit op de speelplaats was.
Ik kon hard genieten van de tijd die ik alleen kreeg, enkel was het onderwijs hier niet klaar voor en moest ik maar zoals al de rest mee doen. Dit koste me super veel energie en maakte me heel onzeker.
Eindelijk mocht ik naar het middelbaar! Ik wilde graag naar een gemengde school en wist al dat ik iets creatiefs en sociaals wou doen. Zorgen voor anderen bleek toen al één van mijn sterkste eigenschappen. Maar een keuze maken zat er niet in, mijn vader besliste dat ik naar een technische school moest en op den duur dan elektromechanica ging studeren. Het gevolg? Ik was nog steeds niet van het machogedrag af en zat opnieuw dag in dag uit tussen de jongens en dan ook nog in een harde stiel. Opnieuw was ik een gemakkelijk doelwit om gepest te worden en opnieuw gebeurde dit want nog steeds kon ik niet omgaan met die “overgevoeligheid”. Niemand begreep mij gewoon. Hier kwam dan nog eens bij dat mijn ouders meer ruzie hadden dan dat ze voor ons zorgden. Mijn vader werkte constant en als hij dan thuis was, dronk hij best wel veel alcohol. Mijn moeder was meer bezig met haar eigen noden en was volgens mij zelfs depressief. Elke dag opnieuw hetzelfde spelletje als ik thuis kwam. Ik kreeg het niet getrokken en vluchtte van thuis. Niemand trok dit in twijfel of stelde zich vragen van waar dit kwam. Mijn vader ging dan op zijn beurt overal klagen dat ik nooit thuis was. Wat hij niet wist en niet wilde weten, was dat ik eigenlijk als vrijwilliger ging helpen in het jeugdwelzijnswerk en in het weekend als vrijwilliger hielp achter de toog van de dansschool uit de buurt. Ik deed iets nuttigs! Alleen zag hij dit zo niet, jammer!
Ik voelde me dus nergens thuis of veilig. Op school had ik maar weinig vrienden en paste ik niet bij de rest van de groep, waardoor er vaak met me gelachen werd of ik gepest werd. Thuis werd er constant geroepen en als ik mezelf was, werd hier al snel gezegd dat ik niet flauw moest doen. Als ik me dan terug wou trekken op mijn kamer, waren mijn broers hier ook want we sliepen met 3 jongens op 1 kamer. Achteraf gezien was het beter geweest als ik mijn eigen ruimte had gehad. Ik voelde me altijd al een buitenbeentje, anders dan de anderen, een eigen ruimte om uit te blazen was misschien niet slecht geweest. Ik kon mijn ei dus nergens kwijt, enkel in de jeugdwelzijnswerking en achter de toog van de dansschool.
Ik kreeg al snel de stempel van moeilijke jongere omdat ik op kwam voor mijn broers, zus en moeder. Ik was amper thuis en had een eigen mening die bestond uit heel andere waarden en normen dan die van mijn vader. Na een zware ontploffing thuis toen ik in het 4e middelbaar zat, werd beslist om me op internaat te zetten. God zij dank! Eindelijk leerde ik omgaan met meisjes, eindelijk kon ik mijn gevoelige ik zijn zonder beoordeeld te worden. Eindelijk kon ik mezelf leren kennen en leren accepteren. Eindelijk moest ik me niets meer aantrekken van wat er thuis allemaal gebeurde. In het weekend vluchtte ik dan opnieuw van thuis weg. Telkens ging ik naar het jeugdwelzijnswerk of werken achter de toog van de dansschool waar ik me wel nuttig en gewenst voelde.
Eindelijk kon ik mezelf leren kennen en leren accepteren.
Ik begon mezelf steeds meer te vinden. Ik begon ook te beseffen dat ik eigenlijk verliefd werd op jongens (iets waarmee ik nog nooit mee in aanraking gekomen was in mijn leefwereld). Na een lang proces van wikken en wegen, besloot ik om het aan mijn ouders te vertellen. Besloot ik om eerlijk met hen te zijn zoals ik dat eindelijk met mezelf kon zijn. Mijn papa, die van Turkse afkomst is, kon hier duidelijk niet goed mee om. Hij reageerde in de eerste instantie heel koel, alles ging vrij goed. Tot enkele dagen later ik thuiskwam van het internaat om het weekend in te gaan en hij weer heel wat gedronken had. Hij begon te roepen, werd boos op mijn broers en zus omdat zij me niet geholpen hadden, ik moest naar de dokter voor pillen want ik was ziek. Ik maakte de keuze om mijn papa dwars te zitten doordat ik homo ben, ik ben zijn zoon niet meer en nog minstens 100 andere smerige uitspraken kwamen uit zijn mond. Tijdens deze uitbarsting mocht ik niet naar boven en moest in de zetel gaan zitten, luisteren hoe hij maar aan het roepen was. Van angst voor zijn onvoorspelbaar en dronken staat, bleef ik ook gewoon zitten en liet ik me de grond in boren. Dit was de start van een lang proces van depressies en zelfmoordgedachten.
Hij begon te roepen, werd boos op mijn broers en zus omdat zij me niet geholpen hadden, ik moest naar de dokter voor pillen want ik was ziek.
Nu ging het enkel nog maar bergaf. Telkens was ik het probleem. Ik kreeg de regels opgelegd dat ik niet naar feestjes mocht, geen vrienden thuis mocht laten langskomen, werd van internaat gehaald aangezien dit volgens mijn ouders een slecht invloed op me had, mocht een lange tijd ook enkel naar school en terug naar huis. Een echte gevangenis, een hel. Ik ontsnapte vaak door gewoon na school terug naar het internaat te gaan en me op mijn voormalige kamer te leggen met mijn slaapzak. De opvoeders wisten vaak van niets of deden alsof :) en in de ochtend ontsnapte ik mee naar buiten wanneer de rest van het internaat naar school vertrok. Maanden verstreken zonder dat mijn vader een deftig woord tegen me zei. Beeld zonder klank. Doordat de andere kinderen in huis ook wat bang hadden, durfden zij ook een hele tijd niet meer tegen me te spreken. En zo zakte ik telkens dieper. Op school moest ik me constant verweren tegen de haatdragende en homofobe opmerkingen die mijn richting uit bleven komen. Aangezien ik toen geen uitlaatklep had, sloot ik me compleet af van de buitenwereld en onderging ik maar alles.
Aangezien ik toen geen uitlaatklep had, sloot ik me compleet af van de buitenwereld en onderging ik maar alles.
Uiteindelijk kreeg ik een jeugdconsulente toegewezen en was ik best opgelucht dat er iemand mijn probleem kwam oplossen. Nadat mijn ouders met haar gesproken hadden, speelde haar culturele achtergrond een grote rol, haar waarden en normen rond acceptatie en openheid verschilde enorm van de mijne wat ook daar zorgde voor heel wat moeilijke momenten. Jammer denk ik achteraf gezien! Want ik kreeg de schuld voor iets waar ik zelfs geen controle over had, mijn gevoel, mijn seksuele geaardheid. Stilletjes zakte ik dieper en dieper. Totdat ik, na in gesprek te gaan met mijn leerlingenbegeleidster en de directie op school, besloot om alleen te gaan wonen aangezien ik in deze hel bleef leven. Dit proces is heel snel in gang gezet en net voor ik 18 werd, stond ik officieel op eigen benen. Terwijl dit onofficieel zeker al veel vroeger was.
Want ik kreeg de schuld voor iets waar ik zelfs geen controle over had, mijn gevoel, mijn seksuele geaardheid.
Ondertussen was het november 2011, EINDElIJK EEN NIEUWE START!
Na een moeilijke jeugd, de zoektocht naar mijn geaardheid ~ die zeker niet overal werd geaccepteerd ~ en het op jonge leeftijd op eigen benen moeten staan, had ik al het één en ander op mijn kerfstok maar ik kon opnieuw beginnen! Of dit dacht ik toch.
Ik studeerde ondertussen af op het middelbaar en ging naar de hogeschool. Ik koos eindelijk voor mezelf en koos de studierichting: bachelor orthopedagogie. Ik kon van mijn sterkste karaktertrek mijn beroep maken! Mega enthousiast begon ik aan mijn opleiding. Uiteraard begon ik ook meer en meer alleen thuis te zijn, met mezelf geconfronteerd te geraken en dus ook met de depressieve gevoelens die hierbij zijn komen kijken. De dagen werden langer en donkerder, ik sliep niet meer, at amper en wou/kon niet meer buiten komen dus ik besloot in december in zak en as naar mijn huisarts te gaan en voor hulp te gaan vragen. Hij raadde aan om te gaan praten met een psychologe en liet me op de wachtlijst van het CGG (Centrum Geestelijke Gezondheidszorg) zetten. Verder schreef hij ook antidepressiva voor en medicatie die me kon helpen met inslapen. Met een bang maar tegelijk ook een gerust gevoel wandelde ik buiten bij de huisarts.
Wie ben ik zelfs?!
Ik voelde me op dat ogenblik nergens meer thuis, kon niet mezelf zijn en vormde mijn karakter door altijd voor anderen te zorgen. Iedereen kon bij me terecht, alleen ikzelf niet. Doordat ik depressief was, was ik ook echt mezelf kwijt want ik kon niet meer voor anderen zorgen omdat ik niet buiten kwam. Dit was gedoemd om mis te lopen, dit kon niet blijven duren.
Ik zocht hier wel opnieuw hulp voor: het JAC (Jongerenadviescentrum), OCMW, schoolpsychologe, de huisarts en het CGG. Nergens konden ze me helpen of waren er ellenlange wachtlijsten. Psychologische hulp werd ook niet terug betaald waardoor ik deze zorg ook effectief niet kon betalen. Het gevolg hiervan was dat ik constant met mezelf geconfronteerd werd en mezelf vragen stelde zoals: “Zou er wel iemand mij missen als ik er niet meer was?”, “Hoe zou het zijn om deze pijn, onzekerheid, twijfel niet meer te voelen?”, “Wanneer stopt deze lijdensweg nu?”. De mensen in mijn omgeving zagen me met de dag meer en meer onderuit zakken. Ze zagen de koude, kille en emotieloze blik in mijn ogen. Ik begon met het plannen van de manier waarop ik terug rust zou vinden, de manier om niet meer te hoeven voelen. Ik begon met het plannen hoe ik een einde zou maken aan mijn leven. Ik sprak wel met vrienden, mentoren, jeugdwerkers maar ook zij konden maar gaan tot hoe ver ze konden gaan. Ik voelde me altijd schuldig dat ik tijd van andere jongeren “afpakte of inpalmde”. Door dit schuldgevoel kon ook niemand me tot in het diepste bereiken. Opnieuw sloot ik me af van de buitenwereld.
Iedereen kon bij me terecht, alleen ikzelf niet.
Ik maakte de beslissing om een einde aan mijn leven te maken nadat ik elke betekenisvolle band definitief beëindigd had. Ook dit deed ik uit zorg voor de anderen… Hoe bozer iedereen was, hoe minder ze in mijn ogen gekwetst zouden zijn als ze mij kwijt zouden zijn. Ik wou helemaal niemand kwetsen en probeerde de banden zo goed mogelijk door te knippen. Die zaterdag ging ik nog feesten met mijn beste vrienden, alhoewel ik op voorhand ook wel gepland had hoe dit zou lopen. Zoals ik alles tot in de puntjes gepland had en geduldig afgewacht had, deed ik dit ook nu. Er kwam een discussie tussen Jonas (mijn beste vriend) en mij, een kerel waar ik mij wel echt thuis en betekenisvol bij voelde. Een vriend waarmee ik altijd kon praten. Een vriend waar ik me echt geliefd bij voelde. Ik noem deze vriend DE BROER die ik altijd had willen hebben. De broer waarbij ik me niet moest voordoen als iemand anders. De broer waarbij ik echt moest zorgen dat ik de banden goed doorgeknipt had vooraleer ik “vredig” kon gaan. Na een fikse ruzie in deze discotheek, waarbij het tussen hem en mij bijna uitdraaide tot een gevecht was ik hier in mijn ogen geslaagd om de connectie tussen ons beide te verbreken. Dit was het enige wat nog nodig was om mij de kracht te geven en zo gezegd, zo gedaan.
Ik werd opgepikt door Hanne (mijn beste vriendin), mijn mentor en coach en zij bracht me na een omweg naar huis. Ze probeerde het gesprek met me aan te gaan maar niets bleek te helpen. Ze voelde een leegte, een afscheid, een knoop dat ik al doorhakte. Ze zette me af bij mijn thuis, de laatste stop. Ik was precies opgelucht dat ik er eindelijk was.
Geluk bij een ongeluk dat mijn beste vriendin die ik eerder al vermeldde, aanvoelde dat er iets niet klopt en dat er een leegte was. Ze reed dadelijk terug naar mijn thuis. Hier gaat voor mij een zwart gat aan gepaard. Ik herinner me niet meer goed wat er de komende uren gebeurde, enkel dat ik in het ziekenhuis af en toe wakker werd. Na een kleine week werd ik overgeplaatst naar de algemene afdeling psychiatrie van het ziekenhuis. Hier kwamen (raar maar waar) mijn ouders ineens op bezoek. Diezelfde ouders die, in mijn ogen, maar al te blij waren dat ik niet meer thuis was. Mijn vader verscheen op de afdeling met tranen in zijn ogen, ik kon de spijt aflezen van zijn gezicht en zag in zijn ogen dat hij besefte wat mij zover gekregen heeft.
Een maand werkte ik hard aan mezelf maar was ik emotioneel nog steeds gebroken. Toen kwam de dag dat ze zeiden: “Ferdi, je mag naar huis gaan.” Terwijl ik me blij zou moeten voelen, was ik toch angstig, terughoudend en heel onzeker om te vertrekken maar er was geen plaats meer voor mij dus ik moest vertrekken. Ik vertrok braaf met mijn valiesje en ging een tijdje terug naar mijn ouderlijk huis. Ik mocht niet te veel alleen zijn en moest nog steeds onder toezicht staan. Ik deed dit dus ook, ik kreeg mijn vrijheid om alles een plekje te geven, dingen te verwerken. De band met mijn ouders werd stilletjes aan hersteld omdat ze begrepen dat ik iets ernstigs gedaan had en dat ik enorm hard gekwetst was door wat er in het verleden allemaal gebeurd is. Na een week voelde ik dat ik terug dieper aan het zakken was… Zakken in dat zwart gat. Best wel angstig dat ik was, stelde ik me de vraag: “Wat moest ik nu doen?” Ik had zoveel mensen gekwetst door wat ik deed en ben eigenlijk blij dat ik er nog ben. Dat ik het licht kan zien, opnieuw kan voelen hoe de zon mijn hart verwarmd, hoe ik de regen op mijn huid kan voelen en anderen kan zien glimlachen. Ik besloot om te vechten en voor de eerste keer in mijn leven oprecht voor mezelf te zorgen, oprecht op te komen voor mezelf. Ik melde mezelf aan bij een ander psychiatrisch ziekenhuis waar dat ik aan mezelf kon werken. Hier kon ik een week later al terecht.
Best wel angstig dat ik was, stelde ik me de vraag: “Wat moest ik nu doen?” Ik had zoveel mensen gekwetst door wat ik deed en ben eigenlijk blij dat ik er nog ben. Dat ik het licht kan zien, opnieuw kan voelen hoe de zon mijn hart verwarmd, hoe ik de regen op mijn huid kan voelen en anderen kan zien glimlachen.
Het kantelpunt
Na een lange 5 maanden hier, waarin ik maar enkele personen zag en vrij geïsoleerd zat, leerde ik zorg dragen voor mezelf. Ik voelde aan wat mij zo anders maakte dan anderen. Bleek dat ik het label HSP (hoogsensitief persoon) en ADHD opgespeld kreeg. Nu begreep ik ineens waarom ik zoveel hoofdpijn had en zo vaak ziek werd, de prikkels werden me gewoon heel vaak te veel. Eindelijk leerde ik mezelf beter kennen en leerde ik hoe ik mezelf tot rust kon laten komen. Nu zette ik grote stappen vooruit! Na deze 5 maanden, was ik er helemaal klaar voor! Mijn missie was duidelijk, ik wil jongeren helpen zoals ik geholpen werd en hier ben ik keihard voor gegaan.
Mensen vragen mij vaak wat mij hielp toen ik zo diep zat. Heel simpel… Of zo lijkt het toch als ik dit schrijf. Spreek erover! Iedereen heeft een dag dat hij/zij zich slecht voelt en dit is helemaal ok, zolang je dit ook naar buiten durft te brengen. Iedereen maakt dingen mee die moeilijk te verwerken zijn. Dit maakt niet dat je er alleen voor zou staan, helemaal niet! Hulp vragen is een teken van sterkte in mijn ogen. De kracht van 4 schouders is veel sterker dan die van 2 schouders. Wat mij verder nog hielp, waren mijn beste vrienden Hanne en Jonas, mijn leerlingenbegeleidster van het middelbaar en enkele directieleden van het middelbaar. Ze hebben mij de kracht gegeven om te blijven vechten, zelfs nadat ik mezelf had opgegeven. Het luisteren van muziek hielp mij ook enorm hard én om heel eerlijk te zijn ook de stevige psychologische steun die ik heb leren aanvaarden.
Hulp vragen is een teken van sterkte in mijn ogen. De kracht van 4 schouders is veel sterker dan die van 2 schouders.
Een depressie of denken aan suïcide is zoals verzeild geraken in een storm. Door erover te spreken ga je deze overstijgen en kan je de zon eindelijk zien. Ik houd van quotes en eentje die mij altijd bij is gebleven in deze periode is de volgende: “Rise above the storm and you’ll find the sunshine.” Een quote die me doorheen heel deze moeilijke periode geholpen heeft.
Iedereen zijn verhaal
De reden waarom ik dit artikel graag wil schrijven en voor het eerst mijn verhaal met anderen en meer specifiek met jongeren deel is omdat ik aan jongeren wil aantonen dat iedereen een verhaal heeft. En dat er altijd een uitweg is als je er maar over spreekt. Het is natuurlijk een proces dat bestaat uit vallen en opstaan, een proces waarbij je soms een kleine stap vooruit en een grote stap achteruit zet. Het is een zwaar proces maar op het einde van de tunnel is er ook licht he! Er is terug ruimte voor positieve gevoelens.
Ondertussen zijn we 7 jaar later in mijn leven, gaat het enorm goed met mij en werk ik zelf dag in, dag uit met jongeren bij vibez/Joetz Limburg. Jongeren verder helpen zoals ik verder ben geholpen door de betekenisvolle personen in mijn verhaal is mijn droom en dit kan ik enkel doen door me open te stellen en mijn verhaal te delen. Want als ik aan jongeren vraag om zich open te stellen, is het niet meer dan logisch dat ik dit ook doe.
Vanuit deze eigen ervaring en mijn opleiding kan ik wel een aantal adviezen meegeven: hoe kan je iemand uit je omgeving helpen als hij/zij denkt aan zelfmoord?
👉 Heb geen angst om het gesprek aan te gaan en aan iemand te vragen: “Denk je soms aan zelfdoding?” => Het mag geen taboe zijn om erover te spreken, het maakt je zelfs moedig!
👉 Be there zonder oordeel. Kleine momenten kunnen echt een verschil maken.
👉 Vraag eens wat de ander juist van jou verwacht als je je onzeker voelt.
👉 Geef zeker je persoonlijke grens aan en ga hier niet over.
👉 Verwijs door naar een volwassen persoon in de omgeving.
👉 Verwijs door naar de zelfmoordlijn of naar awel.be => Dit is volledig anoniem!
👉 Denk je dat het helemaal mis gaat? Alarmeer gerust je ouders, een begeleider, ...
Lees hier Let's talk #1: Je gevoelens tonen is oké! Krop ze niet op, praat erover!
Praat erover en luister naar elkaar. Ook deze video toont aan dat praten over taboes kan.
De reeks 'Let's talk' kwam tot stand met verhalen gebracht door jongeren in het kader van Werelddag suïcidepreventie. Denk je aan zelfmoord en heb je nood aan een gesprek, dan kan je terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be